De Molen
In 1974 kregen de straten in Easternijtsjerk voor het eerst officiële namen, voordien woonde men op J 225 (het hoofd der school) of J 145F (schrijver dezes). De J stond voor de dorpsletter in Oostdongeradeel, Aalsum had A plus een getal, Anjum een B, Ee een C enzovoort. Waren er dan helemaal geen straatnamen? Jawel, in de volksmond sprak men van It Lykpaad, De Terp, De Tunen of de Dokkumerwei. Deze laatste straat kreeg in 1974 echter een geheel andere naam: Mûnewei. Vele mensen zullen zich hebben afgevraagd waar deze naam vandaan kwam: er stond toch geen molen aan deze straat? Nee, dat klopte, maar er had wel een molen gestaan, tussen 1872 en 1893.
Al in 1830 is er sprake van de bouw van een molen in Easternijtsjerk, Rintje L. van der Meulen, koffijschenker uit Ferwert, vraagt of hij een molen mag bouwen aan de weg naar Nes. Hij is zoon van de molenaar in Holwert en wil graag zelf als molenaar beginnen. De drie bakkers in Easternijtsjerk en de jeneverbrander zullen er profijt van hebben, zegt hij. Daar is de gemeente het niet mee eens, er staan al molens op korte afstand en over goede wegen bereikbaar in Nes en in Ljussens. De toekomstige buurvrouw van de beoogde molenaar is er ook op tegen: de weg is daar smal, ligt naast de dorpsvaart en als daar ook nog een molen zou worden gebouwd is zij bang ‘gedurig met hare paarden aan ongelukken te zullen zijn bloot gesteld’. Het gemeentebestuur is het met haar eens en weigert een bouwvergunning.
In 1867 probeert Wilhelmus Groenman, molenaar in Lutjegast, om een molen in Easternijtsjerk op te richten, deze keer aan de weg naar Nijewier, ongeveer waar nu Lou Sânen is gerealiseerd. De naaste buurlui worden opgeroepen ivm een hinderwetvergunning (ook toen al!) en zij hebben alledrie geen bezwaar. Toch wordt er geen molen gebouwd door Groenman, het is niet bekend waarom niet.
Pas bij de derde poging om een molen in Easternijtsjerk te bouwen is er succes: Kornelis Buining uit het Groninger Niehove, maar geboren in Westdongeradeel, wordt de eerste Easternijtsjerkster molenaar.
Hij wil er ook een woning bij bouwen en vraagt de gemeente om toe te staan om de molen achter de woning te mogen bouwen ‘waarom de molen misschien wat minder ver van den weg kan blijven, wat hem bijzonder aangenaam zou zijn’. De gemeente bepaalt daarna de afstand vanaf de weg op 15 meter. Buining laat de bouw in januari 1872 aanbesteden en probeert intussen wat geld bijeen te schrapen want hij kan de kosten niet zelf betalen. Hij leent f 6000,- van een Groningse en nog eens f 6898 van zijn moeder. De bouwprijs van molen en molenaarshuis kan dus op ruim boven de f 12.000,- worden geschat.
Moeder Aukje Heeringa komt in mei 1872 naar het pasgebouwde molenaarshuis om de huishouding op poten te zetten want Kornelis Buining was niet getrouwd. Zijn broers Jacob en Louw komen helpen, een molenaarsknecht (uit Lutjegast) wordt aangetrokken en een ‘Meid-Huishoudster of Weduwe zonder kinderen’ wordt via een advertentie opgeroepen. Daarna kan de molen gaan draaien.
Helaas krijgt Kornelis problemen aan zijn ogen en moet hij de molen in 1876 aan zijn broer Doede Buining verkopen voor f 11.000,-. Doede heeft de pech dat hij de agrarische crisis meemaakt en als hij zijn molen in 1880 te koop aanbiedt, wordt er maar f 5220,- geboden! Dat kan niet doorgaan en noodgedwongen blijft hij aan als molenaar, later zal hij de molen verhuren. Pas in 1887 slaagt hij erin zijn molen te verkopen, hij kan er slechts f 4000,- voor beuren. Nieuwe eigenaar Jan Jans Postma is slechts een half jaar eigenaar (heeft hij spijt van de aankoop?) en doet de molen voor f 3672,- van de hand aan Jacobus Roemers. Hij zal de langstzittende en laatste molenaar van Easternijtsjerk zijn.
Vader Jacob en zoon Hendrik Roemers gaan ondanks de slechte tijden vol goede moed aan de slag maar een brand op 23 november 1893 brengt hen op de rand van de afgrond. Hoewel de molen goed verzekerd was, lukt het niet om weer een nieuwe molen op te bouwen: de restanten (24.000 stenen, oud hout, wat hooi, een mesthoop en een boerenwagen) brengen niet meer op dan een schamele f 75,45!
Gelukkig bleef het molenaarshuis behouden en samen met de straatnaam Mûnewei houdt It Mûnehûs de herinnering aan de Easternijtsjerkster molen vast.
Bij de foto:
Ter hoogte van het hok (links) stond de molen, het molenaarshuis (rechts) staat er nog steeds.