Familie Booitsma
In het Bevolkingsregister van 1829, het eerste register dat vrijwel compleet is met geboortedatum en -plaats, beroep, huisnummer, godsdienst enz. staat bij huisnummer 24 in Easternijtsjerk een zekere Johannes Doedes Boitsma. Hij woont alleen, is landbouwer, 35 jaar oud, ongehuwd en is afkomstig van Nes. Bijzonder is wat hij opgeeft als zijn godsdienst:
>>“Volgens door deze persoon ingeleverd billet, is dezelve ten aanzien van desselfs religie gezind met het volk van Israël met de lieden die waarlijk te Jeruzalem wonen en opstaan zullen om te Heerschen van geslagte tot geslagte die alle morgens met den dauw des Hemels nat gemaakt worden”
Van deze godsdienst had ik nog nooit gehoord, al is wel duidelijk dat de man zich verbonden voelt met de Joden in Israël. Bij toeval kwam ik nog meer gegevens over deze Johannes Doedes Booitsma tegen en heb toen wat zaken op een rijtje gezet, de familie Booitsma betreffende.
Johannes D. Booitsma was een zoon van Doede Johannes Booitsma, een grote boer en ontvanger in Nes. Als in 1815 de maire van Nes voor de Gouverneur van Fryslân een lijst opmaakt van “een twaalftal der meest aanzienlijkste en gegoede personen” staan daar natuurlijk de belangrijke Nesser families Wynia, Idsardi en Hartmans op, maar ook Doede Johannes Booitsma. Dat betekent dat de Booitsma’s een belangrijke familie in Nes was, ze woonden op een boerderij die er trouwens nog steeds staat: Hille Sibespaad 1.
In 1828, zijn vader overleed in 1826, koopt Johannes D. Booitsma huisnummer 24 in Easternijtsjerk voor f 450,-. Hij moet toen al in Easternijtsjerk gewoond hebben want er staat ‘Landbouwer te Nijkerk’ bij. Huisnummer 24 is nu De Buorren 24, het boerderijtje van Marten Rispens (>>herbouw in 1909 en 1927, red.).
Johannes woont daarna alleen in het boerderijtje aan De Buorren en geeft die bijzondere godsdienst op in 1829. Het lijkt wel of er iets vreemds aan de hand is met Johannes want op het boelgoed van de boerderij van zijn vader mag hij niet zelf praten maar is zijn broer Sijbe ‘als bij monde gelastigd’. Johannes is wel aanwezig want hij koopt twee keer ‘rookvlees’ voor f 1,80 en f 1,30, terwijl zijn broer Sijbe en zijn zwager Cornelis Pieters Heeringa hele grote aankopen doen.
In november 1832 wordt huisnummer 24 alweer verkocht, niet door Johannes maar weer door zijn broer Sijbe als ‘bij monde gelastigd’. Sijbe doet goede zaken want de nieuwe eigenaar Siebe Jacobs Koopmans moet f 650,- betalen. Hij kan de boerderij direct overnemen, wat heel uitzonderlijk is want meestal was dat per 12 mei van het volgende jaar. In de koopakte wordt Johannes nog wel ‘gardenier’ genoemd maar hij lijkt langzaamaan weg te glijden. Zo komt er in januari 1836 een brief om inlichtingen binnen bij de gemeente Oostdongeradeel:
“Sedert eenigen tijd houdt zich hier te Oudeschoot ten huize van Wisse Hendriks Heida op eenen persoon genaamd Johannes Doedes Booitsma, volgens zijne opgave geboren te Nes en laatst woonachtig te Nijkerk bij Harmen Freerks Bonia, deze persoon geheel het voorkomen hebbende van zijne zinnen niet volkomen magtig te zijn doet het vermoeden ontstaan of het niet mogelijk kan zijn dat hij in stilte zijne woonplaats zoude hebben verlaten zonder dat men daar weet waar hij zijn verblijf heeft…”
De grietman van Schoterland, De Blocq van Scheltinga, wil graag weten hoe het zit en hij krijgt een week later al bericht terug van de grietman van Oostdongeradeel, Haersma de With:
“>>…dat de daarbij bedoelde Johannes Doedes Boitsma volgens bij mij ingewonnen informatien vroeger te Nijkerk in deze Grietenij woonagtig is geweest, doch nu reeds langen tijd zich elders dan hier dan weder daar heeft opgehouden. Dat hij steeds in eigen zaken handelt en alhier voor eene zonderling bekend staat, hoewel men vermeent dat zijn verstandelijke vermogens niet gekrenkt zijn. Dat hij wijders hier bekend staat als iemand van een eerlijk en vreedzaam gedrag en die uit eigen middelen voldoende in zijn onderhoud kan voorzien”.
Daar kan de grietman best gelijk in hebben maar waarom woonde Johannes dan bij Harmen Bonia en niet bij een van zijn broers in? Bonia was kastelein in ’s Lands Welvaren, nu Foeke Sjoerdsstrjitte nummer 7. Waarom was zijn boerderijtje verkocht, waarom zwierf hij rond? In Oudeschoot woonde hij ook bij mensen in, dus lijkt het erop dat hij niet meer voor zichzelf kan zorgen en wordt hij dan hier dan daar door mensen opgevangen. In onze tijd zou hij beter af zijn met een project ‘begeleid wonen’, zo lijkt het. In 1873 overlijdt hij, ’78 jaar, ongehuwd en zonder beroep’. Ook toen woonde hij bij mensen in.
En zijn broers?
Pieter Doedes Booitsma was boer op de grote boerderij waar later de fabriek van Holland Crop stond, Langgrousterwei 47, hij overlijdt al in 1830.
Sijbe Doedes Booitsma was boer op de boerderij waar nu Jan en Gré Hoekstra wonen, die boerderij is afgebroken. Later woonde hij op de boerderij van de familie in Nes, Hille Sibespaad 1, kon echter het hoofd niet boven water houden en werd koopman in Eanjum.
Jacob Doedes Booitsma boerde eerst op de familieboerderij in Nes, moest in 1832 boelgoed houden en begon ook rond te zwerven. In 1837 wordt hij opgenomen in een gesticht in Deventer, broer Sijbe wordt zijn curator en die krijgt in mei 1842 het bericht dat zijn broer Jacob Doedes Booitsma in het Sint Elisabeths Gasthuis, ‘het geneeskundig gesticht voor krankzinnigen’ te Deventer overleden is. Voorwaar een bijzondere familie.
Colofon
De Doarpsskille, september 2005