Voor de kantonrechter - 1


Voor de kantonrechter - 1
©: Volkskrant


In november 1927 moesten drie Easternijtsjerkster knapen zich verantwoorden voor de kantonrechter te Dokkum:
Pieter de Vries, arbeider, geboren in 1906, inwonend bij Sjoerd de Vries
Rense Kamstra, geboren 1907, inwonend bij Marten Kamstra
Louw Sijtsma, geboren 1908, inwonend bij Jelle Sijtsma

Waarvoor moesten zij zich nu eigenlijk verantwoorden? Het rechtbankverslag zegt het zo:
 “Overgelegt in de terechtzitting van 8 november 1927:
*Bewezen verklaring: dat de verdachte, ter tijd en ter plaatse bij dagvaarding vermeld, heeft geschreeuwd zoo mede zijne schuld daaraan.
*In strijd met: De artikelen 21 sub g en 129 der Algemeene Politieverordening van de gemeente Oostdongeradeel
*Beschuldigd van: In de gemeente Oostdongeradeel op de wegen (luidkeels zingen) en schreeuwen

“Politiedienaar” Frans Wynia heeft procesverbaal opgemaakt en voert ook een getuige ten tonele: Taede de Vries, 42 jaar, wegwerker (maar in een andere zaak voor de rechter wordt hij ‘dienaar van politie’ genoemd, was hij misschien een zogenaamde ‘stille plysje’?)
Zijn verklaring luidt:
“In den namiddag van 8 october 1927 omstreeks 10 uur, was ik surveilleerende op den openbaren weg in het dorp Ooster-Nijkerk in de gemeente Oostdongeradeel. Ik heb toen duidelijk gezien en gehoord dat de verdachte die zich aldaar ook bevond, zong en schreeuwde.’

De drie ‘verdachten’ zijn het niet met de getuige eens en Rense Kamstra verklaart: “Getuige De Vries kan niet hebben gezien dat ik zong en schreeuwde. Het was toen donker”. 
De getuige De Vries verklaart. “Ik was toen ongeveer 15 meter van verdachte verwijderd. Het was toen lichte maan. Ik heb duidelijk gezien, dat verdachte zong en schreeuwde”.

Louw Sijtsma heeft een andere smoes bedacht en zegt dat er wel 25 tot 30 personen op straat stonden en dat De Vries nooit gezien kan hebben wie er precies zong. Met andere woorden: waarom zijn zij er met z’n drieën uitgehaald terwijl de anderen ook allemaal meededen? De Vries verklaart echter dat hij ‘op korten afstand’ van de groep jonge mannen stond en wel zeker wist wie er hadden gezongen.
De kantonrechter heeft vertrouwen in de verklaring van De Vries en besluit om de jongeren een fikse boete op te leggen: f 5,- of 5 dagen in de cel.
Dat lijkt niet veel, zo’n straf van 5 gulden, maar dat moet voor deze jongemannen in die tijd meer zijn geweest dan een weekloon: een hoge boete dus. En dat voor een beetje pleziermaken op de openbare weg! Zou de ‘jeugd van tegenwoordig’ zich wel realiserenn dat er voorheen zulke dikke boetes werden uitgedeeld voor ‘burengerucht’? Tegenwoordig worden de decibellen hoog opgeschroefd als ze met de auto’s met daarin geluidsinstallaties met zware bassen bij elkaar in de buurt staan te draaien!

Twee weken later moet Jacob de Jong van Bollingwier ook voor de kantonrechter verschijnen. Hij is 25 jaar en melkrijder. Wat zijn de misdaden van Jacob? Hij heeft verzuimd om zijn melkwagen te verlichten, in ambtelijke taal is dat:
“Het als bestuurder van een rij- of voertuig niet zijnde op vaste assen, geen motorrijtuig of rijwiel zijnde, dat zich tusschen een uur na zonsondergang en een uur voor zonsopgang op een weg bevindt, zonder dat het achter een ander rij- of voertuig is gekoppeld niet zorgen, dat dat rij- of voertuig is voorzien van minstens een lantaarn die voorwaarts een helder wit licht uitstraalt en vooraan geplaatst is aan de linkerzijde”. 
Jacob heeft weinig ter verdediging aan te voeren: ‘Ik heb niets meer te zeggen.’

Dan is de rechter ook gauw klaar en legt hem een boete op van f 4,- of 4 dagen in de cel.

Colofon

De Doarpsskille, maart 2009

© Tekst: Erthee © Foto voorblad: Volkskrant
Lees meer

Gerelateerde informatie


OnderwerpenFoto’s