Momenteel is dit het laatste huis van deze straat, maar voorheen stonden er nog twee huizen naast. Waar nu het hok staat, stond dus eerst ook een huis. Ype en Anna Heeringa-Buurmans woonden er tot 1954 waarna Frans Dirks Bosch de laatste bewoner was. Na de afbraak door Jelle de Jong in 1960 werd de steen gebruikt voor de bouw van dit hok. Helemaal tegen de straatkant van De Terp aan stond een heel klein huisje met de naam ‘De Flinter’, de naam zegt genoeg.In Foeke Sjoerdsstrjitte 13 woonden rond 1800 geregeld schippers, hun schip kon toen nog voor hun huis in de gracht om de pastorie liggen. Dirk Ruurds Torensma woonde er na 1881, hij was tonnenleger, lantaarnopsteker, huisvuilophaler en leedaanzegger van het dorp. In 1904 komt Doede Rijpstra er wonen met zijn dochter Antje, in het dorp bekend als Anna Pipertsje. Ze had na de dood van haar vader een klein winkeltje, vooral bezocht door de jeugd want ze had snoepgoed te koop. Na Taede en Baaf Weidenaar en Rienk en Rinske Barwegen-Boersma waren Jelle de Jong met Anneke de Vries vanaf 1960 tot 2008 de bewoners, waarna het huis geregeld leeg stond. Momenteel wordt het weer bewoond. Op de tweede foto Hendrik Heeringa bij het hek om de pastorie, met rechts achter hem het rijtje huizen aan de Foeke Sjoerdsstrjitte. Hendrik Heeringa was jarenlang bewoner van nummer 15. Het huis dat voorheen in de tuin bij nummer 13 heeft gestaan en waarvan de stenen na de afbraak gebruikt zijn voor het hok bij nummer 13 werd na 1856 bijna 40 jaar lang bewoond door de familie Postma. Na 1900 woonden Thijs Jongeling en ook Sijbe Jongeling er. In ieder geval in 1930 was Hendrik Jacobs Heeringa bewoner waarna hij in 1939 ‘huis, veestal en erf’ kocht. Heeringa en zijn vrouw Jelske hadden vier zonen: Jacob, Jan, Foppe en Ype. Jan noemden ze in het dorp ‘Jan Trijepûn’, hij woog drie pond bij zijn geboorte. Zoon Ype Heeringa nam in 1948 ongeveer de woning over en zette de petroleumhandel voort. Achter het huisje, dat zo laag was dat je de dakgoten gewoon beet kon pakken, stond een hok (waar nu de tuin van de Terp 1 is), waarin de petroleum werd opgeslagen. In 1955 vertrok Ype Heeringa met zijn vrouw Anna Buurmans naar De Lyts Ein 17 waar hij de petroleumhandel voortzette. 

Het huis op deze foto zal vrijwel door niemand herkend worden. De woning werd in 1873 door Wiltje Pieters Meindersma gebouwd voor zijn dochter Janke Wiltjes Meindersma, weduwe van Wessel Rozendal. Het verhaal over deze familie staat in ‘De pleats oan de feart’ en in ‘Dêr’t de woartels lizze’ van Anne Jousma, Fries schrijver, maar een groot deel van zijn leven wonende in Den Haag. De familie Jan Annes Jousma kwam hier in 1900 en tot 1954 zouden er Jousma’s wonen. Ze hadden een timmerzaak aan De Lyts Ein, nu de buurtsuper. Na de timmermansfamilie Jousma was het in 1954 de beurt aan de familie Kooistra. Bote Kooistra sr. was de eerste, in de jaren 60 opgevolgd door zijn zoon Jan Kooistra. Bote Kooistra verhuisde toen naar de Langgrousterwei.  De familie Kooistra had een ‘Elektr. Inst. Bureau en Waterfitter’ zaak in dit pand. In 1986 nam zoon Bote Kooistra jr. het bedrijf over, maar in 1990 verplaatste hij de zaak naar de boerderij De Buorren 47 en zijn ouders Jan en Ytsje Kooistra kwam weer in de woning aan de Griene Wei terecht.

Vóór 1912 stond er op deze plek een woning die in tweeën werd bewoond. De achterste kamer was heel klein en had bedsteden van 1.75 m lang, 1.25 m breed en 1.55 m hoog! Toch woonden er geregeld 6 of 7 mensen in. De kamer aan de straat was 4.05 meter lang, 3.75 m breed en 2.10 hoog. In 1893 woonde Yme Pieters Veenstra aan de kant van de straat, hij was kleermaker net als zijn opvolger Sake Pieters Postma. Veenstra woonde er maar drie jaar, maar koopt in 1912 het oude pand en bouwt er een bijzondere woning voor in de plaats (zie de bouwtekening). Hij overleed in 1919 en zijn weduwe ‘kleanmakkers Duodsje’ woonde er nog tot 1948. Na Pieter Braaksma en Douwe Tilkema kwam in 1950 smid Anne van Driesum er wonen. Zijn zoon Pieter van Driesum had de smederij aan de Langgrousterwei overgenomen. Van Driesum zou er tot ongeveer 1972 blijven wonen. Daarna kwam het huis in handen van de Kooistra’s die allemaal huizen in de omgeving opkochten om door te verkopen aan Duitsers die dergelijke huizen als tweede woning  gebruikten. Dat gebeurde ook met Foeke Sjoerdsstrjitte 9: Walter Heintze, een metselaar uit Schwelm werd de nieuwe eigenaar. Drie buurvrouwen van de Foeke Sjoerdsstrjitte.Ze staan voor het hek om de pastorie. Vlnr: Kleanmakkers Duodsje (van nr. 9)Wessels’ Fogeltsje (van nr. 11)Skuonmakkers ’Sake’ Pytsje (van 11a)