Bijnamen zijn er genoeg ontstaan voor sommige inwoners van het dorp. Het dorp Easternijtsjerk zelf stond rond 1900 bekend als ‘Het Vrijgevochten Landje’, het ging er blijkbaar in die tijd nogal woest aan toe. Ook ‘Het Land Kanaän’ werd wel als (scheld)naam gebruikt. De inwoners stonden bekend als de ‘Nijtsjerkster Koalrapen’, misschien afkomstig van de vele gardeniers die voor hun ene koe koolrapen verbouwden?
Voor individuele inwoners werden ook bijnamen bedacht, soms afkomstig van hun beroep: Sjoerd Bakker en Fedde Slachter, later werden dat Piet Bakker en Eibert Slachter hun opvolgers. Kees Lorrie werkte in het kunstmestpakhuis met de lorries en Sieger Mol was mollenvanger. Geert Koekje verkocht kruidenierswaren en Minne Piteroalje ventte met brandstof.
Een paar bijzondere bijnamen waren er voor Louw Sabel die drie keer als remplecant dienst had gedaan en Geert Reuske had blijkbaar ‘reuzendaden’ verricht in de Atjeh-oorlog. Maar hoe kwam Gerben Rijpstra aan de bijnaam De Pontenier ???
