De Sint Cecilia-6 De restauraties
De boeken van de kerkvoogdij van Easternijtsjerk beginnen pas in 1825. Er moeten rond 1935 nog wel veel oudere boeken geweest zijn want de schrijver van een aantal artikelen over Foeke Sjoerds citeert royaal uit het ‘Rekenboek’ van de kerkvoogdij betreffende betalingen aan de koster-voorzanger-klokluider-schoolmeester Foeke Sjoerds. Helaas is het betreffende boek daarna verloren gegaan. Door deze omstandigheid is weinig tot niets bekend over werkzaamheden aan de Sint Cecilia vóór het begin van de 19e eeuw. Dan komt de kerk voor het eerst voor in de boeken van de gemeente Oostdongeradeel.
Daaruit blijkt dat in het begin van de 19e eeuw de toren zich in een slechte staat bevindt. Na enig overleg in de gemeenteraad van Oostdongeradeel (na de Franse Tijd was immers de burgerlijke gemeente eigenaar van de toren, terwijl de kerkelijke gemeente het kerkgebouw bezat) werd besloten om de toren te restaureren. Dit gebeurde onder leiding van de gemeente-architect, tevens dorpstimmerman te Mitselwier, W.J. Booijenga die een rekening van f 553,87 presenteerde. Timmerman Gerben Heeringa uit eigen dorp werkte ook aan het herstel en kon f 208,87 ontvangen. Bij deze werkzaamheden werden er, naast het werk aan de toren, ook nieuwe pannen op het dak van de kerk gelegd.
Omdat de kerk in 1814 voor het eerst een orgel kreeg, moet er destijds ook een orgelzolder gebouwd zijn, maar daar zijn geen gegevens van bewaard gebleven. Misschien ook was er al een (gedeeltelijke) zolder aanwezig, gemaakt voor hal en consistorieruimte. In de boeken van de Kerkvoogdij wordt het orgel voor het eerst genoemd in 1825 (het jaar dat het rekenboek van de kerkvoogdij begint) als aan de orgelbouwers S. en J. van Dam te Leeuwarden f 42,- wordt betaald voor het maken van een bestek en tekeningen voor een orgel in 1820 (zie verder bij Het orgel).
In 1871 werd de hele kerk geschilderd door M. Veenstra waarbij tevens het doophek werd vernieuwd. De kosten bedroegen f 503,40.
In 1915 werd de bergplaats voor in de kerk verbouwd tot een consistoriekamer. Dorpstimmerman Theunis Faber kon hiervoor f 341,25 in rekening brengen. Bij de restauratie in 1990 kwam uit het venster van de consistoriekamer een plankje tevoorschijn met het opschrift:
"Theunis Aukes Faber 1915/ Kriene Faber Fzn 1915"
Het dak werd in 1938/9 nog eens vernieuwd voor f 2409,-.
Op bijgaande foto uit 1935 (zie ook hieronder) is, in het midden onder, het raam van de nieuwe consistoriekamer zichtbaar.>>
Ook bijzonder is dat dit de enige foto is waarop het tegen de toren aangebouwde lijkenhuisje zichtbaar is, in later jaren afgebroken en vervangen door een losstaand schuurtje, geplaatst tegen de westelijke rand van het kerkhof.
Sinds de jaren vijftig van de 20ste eeuw ging de toestand van de toren weer hard achteruit. Rondvliegende leien vormden een bedreiging waardoor kerkvoogdij en dorpsbelang weer bij het gemeentebestuur aanklopten. In het voorjaar van 1964 viel het besluit tot algehele restauratie van de toren, maar het zou tot april 1969 duren voor de financiën rond waren.
In 1969-1970 werd de toren daarna grondig onder handen genomen. De topgevels werden herbouwd, de westzijde van beneden de galmgaten af, terwijl aan de oostzijde spaarvelden werden aangebracht, welke aan de westzijde reeds aanwezig waren. De oude vluchtruimte, het ‘hûnegat’, in de 19e eeuw gebruikt als bergplaats voor de brandspuit, werd weer van een koepelgewelf voorzien, waarbij tevens de bodem werd afgegraven tot aan de oude bakstenen vloer. De oude toegang tot de orgelgalerij werd ook weer geopend. De kosten bedroegen meer dan f 100.000,-, voor het grootste gedeelte bijeengebracht door overheden, terwijl het werk werd uitgevoerd door de firma De Vries uit Eestrum, onder leiding van architect A. Baart jr. te Leeuwarden.
>>>>De timmerlui constateerden aan de binnenkant dat de kap van de kansel nog maar aan een paar punten vast zat: ongemerkt hadden de kanselgangers aan een groot gevaar blootgestaan!
De restauratie van het kerkgebouw in 1990-1991
In het najaar van 1990 begon de firma De Graaf te Ingwierrum, onder leiding van architect Bron van het Kerkelijk Bureau, aan de werkzaamheden vallende onder fase 1 van het restauratieplan (alleen de buitenkant). Daarbij werd de slechte toestand van het gebouw steeds duidelijker waardoor besloten werd om tegelijk fase 2 (de binnenkant) mee te nemen, een fase die in het oorspronkelijke plan pas na enkele jaren uitgevoerd zou worden. Hierdoor steeg de begroting tot ongeveer een half miljoen, waarvan 10% door de eigen gemeente bijeengebracht moest worden.
In eerste instantie werd de kapconstructie onder handen genomen waarbij vele dakspanten gedeeltelijk werden vernieuwd. Datzelfde gebeurde ook met de trekbalken, terwijl de zware balk die op de muur rust, geheel werd vervangen. Het isoleren van het gewelf, de vernieuwing van de panlatten en een nieuwe dakgoot voltooiden het werk aan de kapconstructie.
Daarna waren de muren en de steunberen aan de beurt. Grote stukken muur en vrijwel alle steunberen werden opnieuw opgemetseld, terwijl onder de noordmuur en de muur van het koor, om verdere verzakking tegen te gaan, een fundering aangelegd werd waarbij tijdelijk de ongeveer 80 centimeter dikke muur zichtbaar was, welke zonder fundering op de bodem lag. Tot slot werden de muren opnieuw gevoegd.
Van binnen werden de muren opnieuw gestukadoord en kreeg het gewelf een groen-blauwe en de balken een daarbij iets afstekende blauw-groene kleur. Om het gewelf enige accenten te geven, werd een vakverdeling aangebracht. Nieuwe voorzetramen, gordijnen en een geluidsinstallatie completeerden het geheel, zodat de oude Sint Cecilia weer het aanzien waard werd.
Restauratie van de toren in 2001
Na de grondige restauratie van de toren in 1969-1970 was deze rond 2000 wel weer aan een opknapbeurt toe. De Stichting Monumentenbehoud Dongeradeel pakte in vier clusters alle 26 bij haar in beheer zijnde kerktorens in de gemeente aan en in 2001 was de toren van de Sint Ceciliakerk aan de beurt. Het was nodig ook want sommige kloostermoppen lagen los op de schouderstukken van het zadeldak!
Firma De Haan uit Dokkum klaarde het karwei waarbij ook goten en regenwaterafvoeren werden vervangen. Een riolering voor de afvoer van hemelwater werd tevens aangelegd. De nieuwe regenwaterafvoer, vanaf de dakgoot tot aan de grond, is aan de zuidkant van de toren duidelijk waarneembaar. Jammer dat de noordkant van de toren, onder de zaagtandlijst, niet werd meegenomen omdat de financiën niet toereikend waren. Dit gedeelte moest helaas tot een volgende restauratie wachten.
Die vond plaats in 2014 toen de gehele toren opnieuw gevoegd werd, een werkje dat in 2020 nog eens plaatsvond waarbij de toren helemaal werd ‘ingepakt’.
In 2014 werd ook de gehele binnenkant van de kerk weer geschilderd, deze keer door de firma ‘Hoek en Wad’.
Colofon
De Sint Cecilia te Easternijtsjerk, Reinder Tolsma, 2023