Jan Dekker - Herinneringen-3


Jan Dekker - Herinneringen-3
©: Jan Dekker

3. Bonkebrekken.
Zeker is dat ik graag in hoger sferen verkeerde. Zo liep ik eens over de naald van de hoge schuur van Jouke Hoekstra in Bollingwier. En klom ik met Hendrik Heeringa op het dak van de Geref. Kerk dat zó steil is dat we er niet meer af durfden komen toen we in de gapende diepte keken: we zijn met hangen en wurgen toch weer op de begane grond kunnen komen: de voor-oefening op het steile dak van buur Bearn Heeringa had dus toch nut gehad. Ons eigen doktershuisdak was eigenlijk een "makkie". Pogingen om vanaf de nok naar de top van de hoge schoorsteen te verhuizen zijn (gelukkig maar) altijd gestrand, ik zou dat niet hebben overleefd, denk ik. Wel zaten Pieter Post, Wiebe Tolman en ik eens op het dak, toen Wiebe uitgleed en zijn hele been openhaalde aan de scherpe zijkant van de pannen langs de goot die naar beneden liep. Hijzelf durfde niet naar dokter Dekker, want het dak was eigenlijk verboden terrein. 
Over dat dak gesproken: eens was het noorderlicht goed zichtbaar in het dorp en toen heb ik de volgende dag iemand zover gekregen dat-ie een pooslang op de nok van het dak uitkeek richting Nijewier omdat ik gezegd had dat het zuiderlicht te zien zou zijn.

4. De Mûnewei heette toen nog Dokkumerweg. 
Volgens mij woonden er toen, te rekenen vanaf de Geref.Pastorie aan de linkerkant richting Dokkum: familie Walsma, Bearn I.Heeringa, wij familie Dekker, familie Doeke Harkema, familie Dirk Sipma, Weduwe Brunia, familie Bouwe Luinstra, familie Sjoerd Sipma, familie Johannes Elzinga, familie Tolman, en (later) familie Jan Torensma. Aan de rechterkant in het Mûnehûs familie Ljibbe Weidenaar.

5. Sport in Easternijtsjerk.
Dé sport was kaatsen, vaak op een weiland daar bij Ljibbe Weidenaar. Zelf heb ik graag gekaatst  en zelfs wel een medaille gewonnen. Maar met Jan Slim van Langgrou, ex-speler van Sneek met een knoerhard schot, kwam de voetbal in het dorp. We oefenden op een veld even voorbij politieman Tolman en Jan Slim maakte van mij keeper. De doelpalen waren twee hoopjes windjacken en dan maar loeihard op me schieten.
Wij van VVON (Voetbalvereniging Ooster-Nijkerk), verre voorgangers van Ropta-Boys, speelden toen in de formatie 5-3-3. 
De voorhoede: Rienk Blom, Sake Postma, Sietse Blom, Eise Blom en Dicky Gardenier (uit Nes). Middenveld : Minne Eelkema, Wiebren Boelens en Anne Elzinga. 
Verdediging: Dirk Holwerda, ikzelf als keeper en Dirk Walda. Vanwaar akte.
Lang heeft VVON het niet gemaakt want we hadden geen vast veld om te oefenen. Jan Slim bekeek de mogelijkheid om in vv Anjum mee te gaan doen en zo zaten al gauw Eise Blom (midvoor), Anne Elzinga (halfspeler) en mijn persoon (keeper) in het eerste van Anjum en we werden de eerste kampioensclub van Anjum door een gelijkspel (met 0-0) in Leeuwarden tegen Blauw Wit 3. We maakten ook de openingswedstrijd van het nieuwe Kolkenfjild mee (verloren met 2-0 van de zondagsclub Zwaagwesteinde). Omdat we nog geen eigen voetbalshirts hadden, speelden we die laatste wedstrijd in de shirts van de korfbalclub SDO uit Easternijtsjerk. SDO moest Samenspel Doet Overwinnen zijn, maar omdat het niet altijd overwinnen was sprak men ook wel van Sokke Domme Ongelukken.

6. Feestdagen in het dorp. 
Die waren er, en hoe! Dorpsfiguren als b.v. Rieps’ Jantje waren in hun element bij de voorbereidingen van de versierde wagens en op de dag van het defilee zelf. We deden allemaal mee, en de wagens reden ook door de dichtst bijzijnde dorpen. De muziekvereniging U.D.I. marcheerde door het dorp toeterend en blazend op het hoogste niveau. Er waren volksspelletjes op het feestterrein van Anne Ages vlak voor ons huis. Eise Blom en ik waren vaak de omroepers/reporters. Vader Dekker was eens keepster bij het gecostumeerd voetbal, vermomd als een oud tandeloos vrouwtje omdat-ie zijn kunstgebit eruit had gedaan. En ook "meneer van Steen" was er met zijn derde been. 's Avonds was er vaak opvoering van een stuk door De Bûnte Flinters o.l.v. Jaap Hartmans, vaak in de loods van de Gebroeders Van der Lei. Prachtig Fries toneel, zoals alleen Friezen dat kunnen in hun eigen taal. Zo zaten er twee mannen in een bootje dat ze heen en weer schommelden onder het zingen van "Wy gean poeren op ‘e Lauwersee, wy gean poeren, alles ha wy ré, stok en lead dy smiet we yn ‘e boat en de wjirmen ha we by it soad, wy gean poeren"....enzovoort. 
Ik herinner me nog heel goed een scène waarin op de achtergond gezongen werd:"Yn d'íere moarn, as d' ame rûst", en Yme Holwerda over een hek leunde met een wazige blik in de verte, toen een meisje op het toneel verscheen en aan Yme vroeg : "Kin Heit der mar net oerhinne komme?" Waarop een leukerd uit het publiek riep "Yme kin mar net oer dy hikke komme." 
Hartmans was een groot regisseur, leider, schrijver en dichter. Wie kent niet het gedicht dat hij bij het overlijden in Easternijtsjerk van Anders Minnes Wybenga schreef? Anders Minnes was naaste buurman van mijn vrouw te Wetzens waar hij ook begraven is, na zijn laatste jaren in Easternijtsjerk naast de Geref.Kerk te hebben gewoond.

Colofon

De Doarpsskille Reuny Edysje, september 2012

© Tekst: Jan Dekker © Foto voorblad: Jan Dekker
Lees meer

Gerelateerde informatie


OnderwerpenFoto’s