https://easternijtsjerk.argyf.nl/n-a%3Fverberg%3Dja%2F%3Fverberg%3Dja%3Fverberg%3Dja%3Fverberg%3Dja

Nieuws:


Uitgelichte vensters:

Foeke Sjoerdsstrjitte, 1923.
Een paar jaar voordat deze foto werd gemaakt, in 1919, was de gracht rondom de in 1913 nieuw gebouwde pastorie (geheel links) gedempt na een aantal dodelijke ongevallen waarbij mensen bij nacht en ontij in deze gracht zijn verdronken. De gracht liep helemaal om de pastorie heen, een dam aan de voorkant gaf toegang tot het terrein van de pastorie.
Vanwege de gracht die vanuit het dorp toegang gaf tot het riviertje de Peazens woonden er in deze straat lange tijd een aantal schippers. Trouwens er was een tijd dat in de huizen van deze straat bijna allemaal middenstanders woonden, van schoenmakers, bakkers tot aan onderwijzers en chirurgijns!
Het hervormd verenigingsgebouw in het midden van de foto werd in 1911 gebouwd en in 1959 vergroot.
In het huis op de hoek rechts (onzichtbaar) woonde eens Foeke Sjoerds, schoolmeester en geschiedschrijver, vandaar de naam van deze straat.
De school was het eerste gebouw aan de rechterkant van deze straat; zijn er daarom zoveel kinderen te zien?
Voorheen noemde men deze straat soms De Terp, maar vaker “It Lykpaad” omdat elke begrafenisstoet hierlangs naar het kerkhof werd geleid.

Foeke Sjoerdsstrjitte, 1937.
Deze straat kreeg in 1974 de naam van schoolmeester-historieschrijver Foeke Sjoerds toebedeeld. Foeke woonde in het huis op de hoek van deze straat met De Buorren, de school was het eerste gebouw aan de rechterkant van de straat; nog net is helemaal rechts daarvan een stukje (hoge) muur te zien.
Bij oudere Oosternijkerkers staat deze straat (nog steeds) bekend als De Terp: wij wonen op de terp, zeggen ze dan. Deze naam is mogelijk afkomstig van een stukje weiland achter deze huizen dat rond 1700 ‘De Turp’ werd genoemd. In 1965 is deze naam ook gebruikt voor het toen gebouwde dorpshuis De Terp (tegenwoondig is dat Streekhûs De Terp) achteraan in deze straat, waarbij naast schuilplaats tegen water ook gedacht werd aan een plaats van samenkomst. 

Een derde naam die voor deze straat is gebruikt, is het ‘Lykpaad’. Deze naam is afkomstig van het aloude gebruik om elke begrafenisstoet naar het kerkhof langs deze straat te leiden. Deze straat was toen nog maar een smal pad naast de hier in 1919 gedempte gracht om de pastorie. Zie ook de foto hierboven. Er zijn vier oude ansichten bekend van deze straat, de andere twee staan hieronder.

Foeke Sjoerdsstrjitte 1948.
De derde foto van deze straat, nu van net na de oorlog. Dat is goed te zien als deze foto vergeleken wordt met die van 1937: vrijwel alle bomen zijn verdwenen, opgestookt in de kachel tijdens de koude oorlogswinters toen er gebrek aan brandstof was.
Links het in 1911 gebouwde lokaal van de hervormde gemeente, bereikbaar over een pad tussen twee hoge heggen door, vanaf De Buorren. Dit donkere weggetje was een geliefd plekje voor de jeugd: verliefde paartjes waren hier na de vergaderingen van de jongelingenverenigingen onttrokken aan de ogen van nieuwsgierige voorbijgangers!
De straat is na de demping van de vaart in 1919 nog steeds niet gevloerd (dat zou pas in 1955/6 gebeuren), alleen langs de huizen is een pad aangelegd, afgescheiden door een rij karakteristieke witte paaltjes.
Het eerste huis rechts is de bakkerij van Symen Boersma, in 1949 opgevolgd door zijn schoonzoon Siemen Heeringa.
Twee huizen verder staat een hoog gebouw van twee verdiepingen, voorheen een herberg waarbij de herbergier en zijn gezin mogelijk op de eerste verdieping woonde. In 1948 woonde hier het gezin van Boate Nieuwland (tot 1952).
Helemaal achteraan het hek om de Doktersfiif, het weiland van vijf pondemaat groot waar voorheen dokter Fehrman zijn paarden liet grazen. De wapperende was daar aan de lijn vormde soms een beletsel voor de Meinsma’s als zij naar dat land wilden om de koeien te melken: ze moesten eerst die was van de lijn halen anders durfden de paarden daar niet langs!

Foeke Sjoerdsstrjitte, 1957. 
De laatste foto van deze straat: wat is er veel veranderd in 10 jaar tijd! Voor het eerst is de weg gevloerd, dat gebeurde tijdens de aanpassing van de straten in het dorp in 1955-56. De straat kwam 20 cm hoger te liggen waardoor er allemaal hogere stoepen voor de huizen moesten worden aangelegd, anders stroomde het water zo vanaf de straat de huizen binnen!
De beschermende heg voor verliefde paartjes is verdwenen want er is een nieuwe ingang gemaakt voor het hervormde lokaal aan de straatkant (in 1959 werd het lokaal vergroot met een hal en een aanbouw naar achteren).
De oude bakkerij is afgebroken en op dezelfde plaats veel hoger opgebouwd door de pas zelfstandig geworden timmerman Harm Holwerda; op de foto legt schilder Eelke de Vries de laatste hand aan het schilderwerk.
De oude herberg is ook verdwenen en het huis is met dezelfde stenen een stuk lager weer opgebouwd voor Geert en Sijke Torensma door timmerman Simen Zijlstra.
Het pand ernaast, links van de lantaarnpaal, werd in 1912 door kleermaker Yme Veenstra gebouwd en zijn weduwe, ‘kleanmakkers’ Duodsje’, heeft er tot 1948 gewoond. Nadien woonde ‘baas bliksem’ er, smid Anne van Driesum die zijn bijnaam dankte aan de stevige woorden die hij gebruikte als het niet lukte als hij paarden aan het beslaan was. Na 1972 woonde Walter Heintze er, de eerste buitenlander die een tweede huis in Easternijtsjerk had.
Mooi is dat de oude naam van de straat hier voor het eerst op een foto staat genoemd.

Gezicht op de Langgrousterwei, 1950.
Twee bijzondere foto’s van de Langgrousterwei, in de tijd dat er nog geen kleuterschool (1959), geen dorpshuis De Terp (1965), geen sportvelden (1973), geen huizen aan de Doktersfiif (1974) en geen huizen aan de noordkant van De Terp (1990) waren. Op de eerste foto zijn de achterkanten van de woningwetwoningen uit 1919-1920 links goed te zien. Het waren vier blokjes van twee woningen, met aan de achterkant een door beide gezinnen gebruikt hok. Op de voorgrond een weiland waarop de koeien rustig grazen. Dit moet de bekende Doktersfiif geweest zijn waar eens het paard van de dokter graasde.
Deze woningen zijn in 1978 afgebroken om plaats te maken voor tien nieuwe woningen plus een plantsoentje. Helemaal rechts op de foto de woning van Tine Jousma en links daarvan het boerderijtje van Lieuwe Elzinga, nu Werner Miedema. Dan komt het hoge puntdak van de woning van de hoofdonderwijzer Wiersma (aan de oostkant van de straat), nu Van der Weide. Dan een lege plek waar nu de dubbele woning van de gebroeders Torensma staat. Dan de achterkant van de woning van voorheen de familie Sijtsma met aan de overkant door de bomen nauwelijks zichtbaar de tweede onderwijzerswoning, het laatst bewoond door Tom Zijlstra, nu Simon Miedema.

Gezicht op de Langgrousterwei, 1970.
Op de tweede foto gaan we verder de Langgrousterwei langs. Helemaal rechts het laatste blokje van twee woningen uit 1919-1920, gevolgd door een achter de bomen onzichtbare woning van voorheen de familie Lolkema, nu woont Petra Haaksma er. Dan de loodsen van transportbedrijf Wijnsma (handel in metalen en oud papier), waarin later ook kippen werden gehouden, dan het boerderijtje van de familie Weidenaar, later Siebe Marten Cuperus. We vervolgen met  het boerderijtje/loonbedrijf van Siebe Dorhout en tenslotte de rond 1750 gebouwde boerderij van de families De Beer (tot 1954) en Weidenaar, later Holland Crop en nu het bedrijf VDB van Johan van Driesum. In de ‘kop’ van deze boerderj was Henk Heeringa de laatste bewoner.

Een dagje Schiphol 1938.
Zo’n dagje uit was destijds een heel gebeuren, een hoogtijdag! Zo vaak kwam men niet van huis, wie had er immers een auto? De bussen van plaatselijk transportondernemer Firma E. Weidenaar zorgden meestal voor het vervoer. Eelze Weidenaar staat zelf dus ook op de foto, met zijn karakteristieke (op veel foto’s van Easternijtsjerkster-verenigingen-op-stap voorkomende) pet met een speldje.

Naar Schiphol was helemaal bijzonder want zelf vliegen, zoals nu heel gewoon is, was er al helemaal niet bij. Een vliegveld bekijken met stijgende en landende vliegtuigen was al heel wat en natuurlijk even op de foto voor zo’n prachtig oud Fokker vliegtuig.
Bij veel personen op de foto zijn de ouders tussen haakjes gezet, dit om verwarring te voorkomen. Er zijn een paar personen met een vraagteken: kan iemand die namen aanvullen?
Onderste rij vlnr: Jaap van Driesum, Yme Eelkema, Minne Poutsma (van Tiete’ Hendrikje), Siem de Vries (van Jelle de Vries), Daniël Cuperus, Tjalling Jongeling, Jaap Holwerda (van Minne’ Piet), Johannes Sloot (van Thijs), Durk Terpstra (van Tsjip), Anne Coree, Uilke (?) Brouwer.
Tweede rij: Tsjip Brouwer, Harm Holwerda, Meint Dijkstra (van Harm en Nynke), Gerrit Nieuwland, Theun Nieuwland, Huite Wiersma, Thom Sijtsma, Sjouke Holwerda (van Minne’ Piet), Pieter Braaksma (van Hylke’ Anna), Bouke Sijtsma (van Folkert’ Siets), Geert Sijtsma (van Folkert’ Siets), Jan Kooistra.
Derde rij: Dirk of Hendrik Bosch?, Tamme Lolkema (van Pieter), Wessel de Vries, Pieter Postmus, Doede Jongeling, Ruurd Sijtsma (van Folkert’ Siets), Piet van Driesum, Siemen Hoekstra (van Jouke), Andries Brouwer, Douwe Hoekstra, Yme Braaksma (van Hylke’ Anna), Daniël Sijtsma (van Klaas), Ruurd Sijtsma (van Frans), Jaap Poutsma (van Tiete’ Hinke).
Bovenste rij: Evert Blom (hoed), Egbert de Vries (hoed), ? , Fedde de Vries, Frans Sijtsma (hoed), Jaap Wiersma, Sietse Wiersma (hoed)?, Foppe Heeringa (van Hendrik en Jeltje), Lieuwe Sijtsma, Gerrit Brouwer (hoed), Eelse Weidenaar, Jan Eelkema, Hielke Braaksma (hoed). 

Zie ook de erfgoedmakers bij de foto hieronder

Gevestigd op Langgrousterwei 4, voorheen Kerkstraat J 226. 
In 1780 werd op deze plek, voor die tijd een boomgaard, een huis gebouwd en vanaf 1790 woont Gijsbert Beerts Zijlstra er, van beroep wagenmaker.
Na 1870 begint Jan Jans Bergmans er tevens een ‘grof’smederij, waarna in 1901 de zaak opgesplitst wordt: in Langgrousterwei nummer 4 blijft de smederij en in nummer 6 komt de wagenmakerij. Sieger Rozendal is smid van 1902-1908 en Feike Geertsma tot 1925 waarna de familie Van Driesum in de smederij komt. Eerst Anne van Driesum die al sinds 1919 als smidsknecht in het dorp woont en als bedrijfsleider werkt bij ‘Smids-Anna’, weduwe van smid Jan Postma. In 1955 volgt Pieter van Driesum zijn vader op en hij zal het bedrijf in de loop der jaren behoorlijk uitbreiden tot Van Driesum Mechanisatiebedrijf. In 1984 verhuist het bedrijf naar de Griene Wei waar zoon Oane van Driesum het bedrijf ging leiden.


Op deze foto uit ongeveer 1925 het gezin van Anne van Driesum en een smidsknecht. De voordeur is nog aan de straatkant met rechts ernaast een etalageraam. De deur in de zijmuur is er nog steeds, ook al is het huis de afgelopen tijd behoorlijk aangepakt en gemoderniseerd. Bij die werkzaamheden werd een plankje gevonden met daarop de tekst: ‘Durk Gerards Heeringa heeft deze kamer betimmert in het jaar 1870’. Dat komt weer precies overeen met het jaar waarin de grofsmederij werd begonnen. 

Op de tweede foto wordt Lucas beslagen. Het paard van Lieuwe Jacobs Elzinga van de Langgrousterwei wordt beslagen door smidsknecht Anne Sonnema, terwijl zijn baas Pieter van Driesum toekijkt en met zijn knie de hoef van het paard ondersteunt. Deze foto moet gemaakt zijn omdat het de laatste keer was dat de firma Van Driesum nog een paard zou beslaan in de ‘njidstâl’ die op de ruimte tussen Langgrousterwei 4 en 6 geplaatst stond. Anne Jan Sonnema was jarenlang werknemer van de firma Van Driesum, in 1985 al meer dan 32 jaar. Hij kreeg zijn opleiding veelal in de praktijk van de oude Anne van Driesum en toen die ‘leerling’ Anne Sonnema eens zou laten zien hoe je een kettingkast maakt en daarbij iets te haastig te werk ging en de kast niet helemaal paste, merkte hij droog op: “Sa kin ik it ek wol”, waarna zijn leermeester bijkans ontplofte!