De openbare school


De openbare school
©: Streekarchief

Iets meer dan 100 jaar stond het in ons dorp: het schoolgebouw voor Openbaar Onderwijs. Geopend op 1 januari 1884 werd het in april 1985 door brand verwoest en daarna afgebroken om plaats te maken voor vier nieuwe woningen.
De voorganger van dit schoolgebouw stond op de hoek De Buorren-Foeke Sjoerdsstrjitte. Oudst bekende bewoner van dit schoolhuis met aan de achterkant de school, bestaande uit één lokaal, was Sibrant Hillebrantz. Hij verdiende in 1580 per jaar zeven goudgulden als schoolmeester en mocht als koster zes pondematen land gebruiken. Net als zijn opvolgers als schoolmeester in het dorp had hij veel bijbaantjes om door de tijd te komen. Dat gold ook voor de bekende ‘schoenmaker, schoolmeester, geschiedenisschrijver’ Foeke Sjoerds die van 1742 tot 1770 in het schoolhuis woonde.

Nadat in 1822 het schoolhuis was vernieuwd en in 1838 het schoolgebouw nog was vergroot en verhoogd, kwamen er van schoolopzieners en onderwijzers steeds meer klachten binnen bij het gemeentebestuur: het gebouw was niet meer toereikend voor het aantal kinderen (92 in 1865!) en bouwkundig helemaal uit de tijd.
Er worden verschillende plannen gemaakt, aangewakkerd door onderwijswetten en aandrang van Provinciale Staten, maar die gaan allemaal de prullenbak in: te duur, vindt de gemeenteraad.
Dan grijpt burgemeester Abe Sybenga in: hij biedt zijn eigen huis, een in 1843 gebouwde boerderij (nu De Buorren 11), aan de gemeente aan. Het voorhuis zou de nieuwe woning voor de hoofdonderwijzer kunnen worden. Het achterstuk van de boerderij kon worden afgebroken om plaats te maken voor het schoolgebouw en daar tussenin de tuin voor het HDS. De gemeenteraad hapt na enige discussie toe en koopt de boerderij voor f 5000,- en burgemeester Sybenga verhuist naar Mitselwier.

Gemeentewerken komt met een bouwplan voor een schoolgebouw van twee lokalen, niet alleen voor de school te Easternijtsjerk, maar ook de openbare scholen van Moarre, Mitselwier en Ingwierrum worden volgens hetzelfde plan gebouwd. In de hele gemeente worden de scholen trouwens aangepakt, alleen de scholen in Wetsens, Eastrum en Iesumasyl behoeven geen verbetering.
In het plan wordt alles minutieus weergegeven. Een voorbeeld: ‘In de vier privaten ieder een voorschutje met eene zitting, aan te brengen van vurenhout; in de zitting de noodige opening en deze met sluitbare deksels te voorzien.’ Hetzelfde geldt voor de ‘leerborden’ en de 48 leerbanken ‘ieder van twee zitplaatsen, deze in drie hoogten te maken’. In de zomer van 1883 vindt de aanbesteding plaats en op 1 januari 1884 wordt de school al ingewijd.

Hoofdmeester Albert van der Woude betrekt de onderwijzerswoning, maar heeft intussen een grote concurrent in de Christelijke School die in 1868 was geopend. Zijn leerlingenaantal van 92 in 1865 en 77 in 1880 is in 1890 al teruggelopen tot 56. Deze dalende trend zet door en als zijn opvolger Pieter Reiding in 1910 moet constateren dat dominee Snoek de hervormde ouders aanmoedigt om hun kinderen naar de christelijke school te sturen in plaats van de gangbare openbare, bedankt hij wel als organist in de hervormde kerk, maar dat verhindert de daling niet.
In 1930 zitten er nog maar 16 leerlingen op zijn school, waarna in 1932 de gemeenteraad besluit om de school in 1933, als er nog maar 9 leerlingen over zijn, te sluiten. Niet alleen deze school moet sluiten maar ook die te Ingwierrum en Eastrum, in 1937 volgt ook Moarre.

In april 1934 koopt Pieter Tammes Lolkema het gehele complex en gaat zelf in de voormalige onderwijzerswoning wonen. De school wordt bestempeld tot kaaspakhuis en tot een gebouw voor feesten en partijen, zelfs tot de bioscoopzaal ‘Eureka’ waar een week lang de film ‘Ben Hur’ draait: een sensatie in het dorp! Dat houdt in de moeilijke jaren dertig echter geen stand en in 1939 moet hij alles verkopen. In een gedeelte van de woning komt een kruidenierswinkel en dat zal tot 2005 zo blijven, waarna het alleen nog als woning wordt gebruikt.
De school wordt overgenomen door timmerman Simon Zijlstra die voor zichzelf een huis tegen de school aanbouwt en in een gedeelte van de school een woning realiseert voor zijn ouders. De rest wordt timmerzaak. Na 1951 is gardenier Durk Sakes Postma de bewoner van de school, hij gebruikt de rest van het gebouw als schuur en stal.
In 1983 overlijden hij en zijn vrouw en staat de school leeg. Het wordt een speelplek voor de jeugd met de fatale gevolgen van april 1985.

© Tekst: Erthee © Foto voorblad: Streekarchief
Lees meer

Gerelateerde informatie


OnderwerpenFoto’s