https://easternijtsjerk.argyf.nl/FY/basistabellen/sunte-cecilie-56375

Nieuws:


Uitgelichte vensters:

Hoek De Buorren - De Lyts Ein, 1900. 
Dit is de oudst bekende straatfoto van Easternijtsjerk, mogelijk van vóór 1900. Dat valt onder meer af te leiden uit het ontbreken van de straatlantaarn bij het huis midden op de foto die er al in 1900 stond, zie de foto uit 1906 van De Buorren-Oost.
Volgens kenners is de man in het witte overhemd Theunis Aukes Faber, die een timmerzaak had met de naam ‘De Concurrent’. Het is jammer dat de foto wat diffuus is, het lijkt meer op een tekening. Toch zijn er wat details te zien.
 Links is de gracht te onderscheiden die voorheen helemaal om de pastorie heen liep met alleen hier aan de straatkant een dam om op het terrein te komen. De gracht staat droog, de foto is waarschijnlijk in de zomer gemaakt. In 1917 is de gracht aan de straatkant gedempt, op de foto van de Foeke Sjoerdsstrjitte-1923 is het resultaat daarvan zichtbaar. Twee jaar later werd ook het stuk gracht aan de Foeke Sjoerdsstrjitte gedempt nadat daar twee mensen noodlottig verdronken. 
Direct links naast de richtingaanwijzer is de grote regenwaterbak van het hervormde kerkgebouw te zien. Deze werd in 1848 opnieuw aangelegd door S. Jongedijk voor een bedrag van 735 gulden, een flink bedrag voor die tijd. Pieter Jans Posthuma pachtte de bak van de kerkvoogdij en hoopte op droge tijden want als de eigen regenwaterbak van de mensen in het dorp leeg was, kwamen ze naar deze grote bak en kon Posthuma voor 1 cent per emmer het water verkopen. Rond 1900 moest Dirk Ruurds Torensma f 10,- pacht betalen en mocht hij niet meer dan 3 cent per 2 emmers van de inwoners vragen. Na 1926 werd de bak niet meer verhuurd maar mocht Jan Jongsma, hij was o.a. koster, de bak gratis gebruiken.

Hoek De Buorren - De Lyts Ein, 1910. 
Links een gebouw met drie woningen op de hoek met De Lyts Ein. Zij vormden eerder de “kop” (de eerste twee) en de “hals” (het derde huis, waarvan het dak omhoog is gebracht) van een boerderij.
In het eerste huis had Jan Barwegen een winkeltje in huishoudelijke artikelen: in de tuin is links een theeblik te herkennen.
Het huis dwars op de straat hoorde toen nog bij het kunstmestpakhuis, nadien werd het bewoond door busondernemer Ealse Weidenaar.
Vreemd genoeg is De Buorren richting Nesserhoeke “Verboden voor Motorrijtuigen behalve Tweewielers”, zoals het bord aangeeft. En dat terwijl het de doorgaande weg naar Nes was; het zal te maken hebben gehad met het vrijwel afwezig zijn van auto’s in die tijd.
De mensen staan roerloos naar de fotograaf te kijken, daar heeft de koe geen boodschap aan: hij beweegt net zijn kop!

Hoek De Buorren - De Lyts Ein, 1918.
Volop belangstelling voor de straatfotograaf die zich met zijn camera op een driepoot midden op de weg heeft geïnstalleerd en vanonder het doek roept dat de mensen stil moeten staan: inderdaad, niemand beweegt, nou ja, alleen de hond rechtsvoor staat onscherp op de foto.
De richtingaanwijzer geeft ‘Ternaard’ als bestemming als men De Lyts Ein inrijdt, ja de Griene Wei was nog niet verhard, dat was nog Grienereed.
Opvallend is rechts de jonge aanplant in de pastorietuin, voorheen was daar een gracht die helemaal om het terrein heen liep, alleen voor aan de straatkant was een ingang. Het geeft tegelijk een aanwijzing voor de datering omdat de gracht in 1918 werd dichtgegooid.
De drie eerste huizen links vormden voor 1906 de ‘kop’ en de ‘romp’ van een wagenmakerij-herberg-boerderij van de familie Tilkema, de bewoners van de drie huizen hadden niet veel privacy want boven zat een houten wand tussen de verschillende huisjes: de bewoners konden door de wand heen met elkaar praten.
Het huis dwars op de weg ernaast (achter de boom) is gebouwd waar eerst de schuur was. De loods, toen van kunstmesthandel Slagter en Zwart later garage van de firma Weidenaar, ernaast is niet te zien.
Rechts naast de richtingaanwijzer staat het in 1908 gebouwde huis en de fietsenmakerij (het hokje helemaal rechts) van Sieger Rozendal. Omdat de smederij pas in 1926 werd gerealiseerd is op deze foto de oude zijkant van de woning nog te zien. Zie foto 'Smederij Rozendal' onder de straat De Buorren voor de voorkant van woning en smederij in 1933.

Hoek  De Buorren - De Lyts Ein, 1932.
In tegenstelling tot veel andere oude straatfoto’s zijn van deze foto wel een aantal personen bekend. Zo staat achter het raam van de in 1922 totaal verbouwde bakkerij van Reinder Buwalda, geheel links op de foto, de dienstmeid Klaske de Jong. Achter het hek staat dochter Renske Buwalda terwijl vrouw Minke Buwalda met de kleine Ulbe aan de hand direct daarnaast op de weg staat. Misschien dat postbode Wessel Rozendal net achter haar staat, gezien zijn gestalte.
In het midden van de rij kinderen, met het witte plukje haar, staat zoon Pieter Buwalda met naast hem zijn vriend Dirk Bosch met de pet en zijn zusje Aaltje Buwalda.
Helemaal rechts op de foto met z’n handen in de broekzak staat Reitse Bierma en links naast hem met de fiets Johannes Rijpstra.
Het drietal huisjes, in 1975 afgebroken om plaats te maken voor een woonhuis-postkantoor, is hierboven al besproken.
De Lyts Ein in staat eerst een heel klein huisje, in 1911 gebouwd als werkplaats, maar in later jaren ook gebruikt als woonhuis voor bijvoorbeeld het gezin Mintje Sjoerds Elzinga tot 1956 waarna het onbewoonbaar werd verklaard.
In later jaren was het een hok gebruikt bij de woning verder de straat in waar in 1932 ‘Smids’ Anna’ woonde, de weduwe Antje Postma-Buwalda. Deze hoge woning was in 1926 door bakker Reinder Buwalda voor zijn zus Antje verbouwd van pakhuis tot woning. De man van Antje Postma, de smid Jan Renzes Postma, stierf in november 1918 aan de Spaanse Griep. De smederij aan De Buorren 8 werd eerst door knechten draaiende gehouden tot Antje met haar gezin zich aan het begin van De Lyts Ein vestigde.
Het derde huis (in 1957 geheel opnieuw opgebouwd) is nauwelijks te zien, maar is tegenwoordig het eerste huis aan De Lyts Ein omdat de eerste twee huizen aan de rechterkant van De Lyts Ein in 1971 werden afgebroken. Ze stonden dus waar nu de tuin is van het in 1975 gebouwde huis aan De Buorren 16.

Begin 2020 was de periode dat kerkgebouw De Bining in de verkoop ging. Een spannende tijd, zeker voor het college van kerkrentmeesters, waar zorgvuldigheid en afweging van de juiste keuzes belangrijk waren.
Op 8 maart kon er na de kerkdienst in de Bining mededeling gedaan worden over gegadigden en werd de mening van de gemeente gepeild. In een schriftelijke peiling van de kerkenraad werd besloten tot verkoop.
Alles leek in ‘kannen en kruiken’ totdat de kopers zich terugtrokken; een nieuwe onzekerheid in coronatijd. Maar een eerdere gegadigde diende zich aan en de verkoop kreeg alsnog zijn beslag.

Op 1 juli 2020 werd bij de notaris de overdracht getekend door Dieta Holwerda (voorzitter) en Jelina Heeringa (secretaris van het college van kerkrentmeesters.

Op zondag 28 juni 2020 namen we gepast afscheid (vanwege coronaregels) van ons kerkgebouw De Bining en maakten we een start met permanent dienst in de St Ceciliakerk.

In drie weken tijd is er met vrijwilligers veel werk verzet om van deze slotdag iets goeds te maken. Er bleek veel creativiteit te zijn. Natuurlijk was het spannend of het allemaal zou gaan zoals we in gedachten hadden, maar het werd een geslaagde dag!

Bij de kinderkerk XL waren 29 kinderen, bij de 10Kerk uiteindelijk 20 tieners. In de kerkdiensten waren in beide kerken de max. 30 gemeenteleden en daarnaast de medewerkers aan de dienst.

In de periodes van de “Open Kerk” zijn er veel gemeenteleden langs gekomen. Nog even op hun vertrouwde plek zitten (misschien op de foto), een praatje, kijken/luisteren naar de beelden op de beamer.

De zondag werd afgesloten met het afscheid in De Bining, een afscheid van de koster en het vervolg van de dienst in de St. Ceciliakerk. Een waardevolle dag. 

De dag erna werden de laatste dingen de kerk uitgebracht en gingen de sleutels naar de makelaar. Dan is De Bining echt voorbij. We kunnen er niet meer in. De toekomst zal uitwijzen wat er met De Bining gebeuren zal. Wat dat ook zal zijn, wij zullen niet vergeten de zegen die in dit Godshuis ervaren is. 

Boekje “By it sluten fan de tsjerkedoar…” 

Vanaf april werd er achter de schermen hard gewerkt aan een herinneringsuitgave van de Bining, met wat historie, leuke herinneringen en wat foto’s.
Toen de afscheidsdienst in de geplande vorm niet door kon gaan, besloten we ook de foto’s van die dag op te nemen en het programma van 28 juni. Er kwamen leuke verhalen binnen, we zochten naar oud materiaal … en verzamelden de hele zomer door.

Het boekje werd na de startzondag uitgegeven en kan nog besteld worden. Er zijn nog enkele exemplaren.

Jubilea organisten Bote Holwerda en Ljibbe Weidenaar

De Protestantse Gemeente van Oosternijkerk vierde in de adventsdienst van afgelopen zondag 8 december 2019 het jubileum van haar beide organisten. Bote Holwerda bespeelt inmiddels ruim 50 jaar het orgel en Ljibbe Weidenaar doet dat al 30 jaar. In april van dit jaar ontvingen ze een muzikaal cadeau in de vorm van een optreden van de Urker Zangers. In de dienst van afgelopen zondag 8 december ontvingen beide organisten de kerkelijke oorkonde en bijbehorende erepenning.

Bote, werd in april 1969 organist. Vanaf zijn negende kreeg hij les van Sjouke Dijkstra. Vanaf zijn veertiende (in 1966) kreeg hij van Siemen Heeringa de orgellessen op het orgel van de voormalige gereformeerde kerk De Bining. 
Ljibbe werd in 1989 gevraagd door een wijkouderling die op huisbezoek kwam. Hij speelde destijds populaire liedjes en zat eerder in een muziekgroepje. Het spelen van psalmen en gezangen was echter wel wat anders. Zijn buurman ds. Van der Sloot had echter het volste vertrouwen in hem en zo begon hij te oefenen en te leren.
Het orgel in De Bining veranderde in ’64-’65 van een pneumatisch orgel in een mechanisch orgel. Het orgel dat de organisten bespelen in de St Ceciliakerk dateert van 1813, met een grote restauratie in 1970. 

De wijze van orgel spelen veranderde met de jaren, van lange noten naar ritmisch zingen, met nieuwe liedboeken en nieuwe liedbundels. Van twee kerkdiensten op een zondag naar één kerkdienst, spelen in andere kerken, rouw- en trouwdiensten en de bijdrage aan de gemeenteavonden. 
De organist let in de dienst op vele dingen. Hij speelt niet alleen de melodie, maar heeft oog voor de tekst en denkt na over de inzet van het lied en de herhalingen. Siemen Heeringa schreef in 100 jaar Gereformeerde Kerk (1990): 'De organist is iemand waar niet altijd op wordt gelet, alleen als er verkeerd wordt ingezet.'

Bote en Ljibbe verzorgen samen de diensten waarbij ze om en om de dienst begeleiden. Waren ze allbei verhinderd, wat eigenlijk nooit gebeurde, dan regelden ze zelf vervanging.
Stilzwijgend, hard werkend, op de achtergrond, maar toonaangevend spel. Ieder op zijn eigen wijze. 
Bote is klassiek geschoold en speelt uitbundig. Als het even kan hoort de gemeente hemzelf meezingen bij zijn orgelspel. Ruim voor de aanvang van de dienst is hij in de kerk aanwezig om nog even één en ander door te nemen. Het kost energie, vooral sinds het gehoor veranderd is. De stijl van Ljibbe Weidenaar is iets anders. Hij speelt herkenbaar en met minder versierselen. Van hen beiden maakt Ljibbe het rooster. Ook draagt hij zorg voor het stemmen van de orgels. Ljibbe is handig en bedenkt oplossingen voor problemen. Zo maakte hij recent een zeer praktische spiegel bij het orgel in De Bining om duidelijk te kunnen zien wat er voor in de kerk gebeurt.

Beide organisten hebben veel meegemaakt. Hun verhalen zijn nu beschreven en gaan in het archief, om het voor altijd te bewaren. Mooie verhalen over predikanten, diensten en het werk wat ervoor gedaan werd.

Ljibbe vertelde over een slapeloze nacht vanwege het orgel in de St Cecilia. Vier toetsen bleven hangen en dat terwijl er een begrafenisdienst in de kerk zou zijn.
‘Moarns betiid frege ik oan myn frou Jannie hoefolle elastyk se hie. Wat wolsto dêr dan mei, frege se. Ik wol nei tsjerke ta mei heakjes en elastyk en sil lytse gatsjes yn it hout boarje en elastyk oan de toetsen sette sa dat der dan gjin toetsen hingjen bliuwe by de begraffenis. It is my slagge en by de begraffenis gie it goed. Letter doe’t de oargelstimmer kaam, krige ik in útbrander fan him want ik mocht net gatsjes yn it hout fan it oargel boarje, mar at it net oars kin dan moat jo in oplossing sykje.'

Bote vertelde over een ervaring met ds. Bernard Smilde, Fryske dominee en componist. Na de dienst zei hij tegen Bote “Die ene noot speelde jij niet goed hoor”. “Nee”, antwoordde Bote, “maar het valt ook niet mee om in het Frysk te spelen.”

Beide organisten hebben een hekel aan meerdere mollen en kruisen. Toen Ljibbe in 1998 bijna een jaar ziek was, heeft hij van alle 150 psalmen en 491 gezangen geteld hoeveel regels en lettergrepen ze hebben en daar een lijst van gemaakt. Als er dan op een zondag een onbekend lied was, zochten ze in de lijst of het lied op een andere mooie melodie gespeeld kon worden, die beter te zingen was.

In het oog lopend of onopvallend, samen met predikant en ambtsdragers vervullen organisten een belangrijke taak. Dienstbaar aan de kerkelijke gemeente in Easternijtsjerk.