De Bining - Orgel en organisten


De Bining - Orgel en organisten
©: RT

Er is altijd van uitgegaan dat het eerste orgel in het gereformeerde kerkgebouw van Easternijtsjerk pas omstreeks 1915 werd geplaatst, nadat de kerk zelf al in 1890 was gebouwd. Maar klopt dat wel? In de kerkenraadsnotulen van begin 1895 staat duidelijk te lezen:

‘Wordt besloten aan Jacob Slagter een jaarlijkschen belooning van 10 Gld. te geven, ingegaan 1 Jan. ’95, als blijk van erkentelijkheid voor de diensten, door hem als organist aan de kerk betoond.’

Was er dan toch vanaf het begin al een orgel, of was het meer een harmonium zoals thuis vaak werd gebruikt? We weten het niet, nergens staat er iets meer over vermeld en hoelang Jacob dat tientje heeft gekregen is ook niet bekend want de financiële bescheiden van de Commissie van Beheer beginnen pas in 1905. Jacob Slagter was trouwens later wel de eerste organist van het echte kerkorgel dat werd aangeschaft.

Tot die tijd moest men het doen met voorzangers. Dat ging vanouds als volgt: de voorzanger zong een regel voor waarna de gemeente hem achterna zong. In die tijd konden veel mensen nog niet lezen en kerkboeken had men al helemaal niet. Later moest de voorzanger alleen de toon aangeven. De eerste voorzanger die genoemd wordt in de notulen (in januari 1899) is Tjeerd Roosjen, van 1890-1910 onderwijzer aan de christelijke school. In 1907 bedankt hij voor de eer en geeft hij ‘de toon’ over aan Klaas Gaasterland, van 1906 tot 1916 eveneens onderwijzer aan de christelijke school. Die geeft er na een paar jaar al de brui aan en geeft het stokje door aan Andries Dirks Zwart (1909). 

Het eerste kerkorgel
In december 1910 komt er tijdens de kerkenraadsvergadering een folder (missive) op tafel:
‘c. De voorzitter opent een orgel-aanbieding missive, tevens mededeelende dat enkele broeders medewerking van den Kerkeraad verzoekende pogingen zouden willen aanwenden, de Kerk te brengen in het bezit van een orgel. Hoewel op zichzelf hier niets tegen hebbende, geloofd toch de Kerkeraad dat vooreerst van de gemeente hiervoor geen offers gevraagd kunnen worden.’
Het ei is gelegd en er wordt lang op gebroed.

In de zomer van 1913 komt er een gift binnen van f 100,- (tegenwaarde nu € 1100,-) voor de aanschaf van een orgel in de kerk: er komt druk op de ketel vanuit de gemeente. De toen benoemde Orgelcommissie bestaat uit: Frans Postmus, Gerrit Heerma, Andries Brouwer en Sietse Blom.

Er is echter één voorwaarde aan de werkzaamheden van de orgelcommissie gesteld: ‘deze commissie zal niet eerder beginnen dan nadat de financiële toestand zooveel mogelijk goed geregeld is’. Een rondgang door de gemeente levert maar liefst f 1712,- (tegenwaarde € 18.763) op.

Op een gemeenteavond wordt besloten om de kerk met 5 meter te vergroten en tevens een galerij van 5 meter te realiseren voor een te plaatsen orgel. Een ‘hoorcommissie' reist langs meerdere kerken en dominee Hantje van Dijk gaat zelfs naar Rotterdam om een bezoek te brengen aan de Standaart-fabriek. Het resultaat is dat er begin 1914 een Standaart-orgel voor f 1940,- op de nieuw gebouwde galerij geplaatst wordt.

De eerste organisten
Nu er een orgel is, moet er ook een organist komen en de al eerder genoemde Jacob Slagter wordt gevraagd om het orgelspel tijdens de kerkdiensten te verzorgen. Het orgel wordt op 28 oktober, een doordeweekse dag, voor het eerst door hem bespeeld. Uitvoerige financiële gegevens uit deze periode ontbreken, maar nergens komt een vermelding voor van een vergoeding voor de organist: deze speelde dus wekelijks twee keer tijdens kerkdiensten gratis.

Wel staat er in de notulen van juni 1916 dat broeder Adema verzocht wordt zijn zoon Jan ‘als vast aangesteld zijnde, op zich neme, wind te geven bij het orgel’ te vertellen dat hij een vergoeding van f 5,- per jaar, ingaande januari 1916, zal krijgen. In 1925 wordt er elektriciteit aangelegd in de kerk en een jaar later is het gebeurd met de werkzaamheden van de orgeltrapper want naast een nodige reparatie (al wéér, ook in 1923) wordt er een elektrische windmachine aan het orgel aangebracht. 

Intussen is de eerste organist vervangen door de tweede. De reden? Organist Jacob Slagter wordt gekozen tot diaken en moet daarom zijn functie als organist neerleggen. Broeder Sietse Blom verklaart ‘dat zijn zoon Rienk, indien daartoe benoemd, wel zou willen’. In de volgende vergadering wordt Rienk S. Blom inderdaad als organist benoemd, 15 jaar jong!

Het tweede kerkorgel
Omdat het oude Standaart-orgel door de jaren heen verschillende gebreken vertoont, wordt er begin 1963 door de Commissie van Beheer een Orgelcommissie ingesteld. De opdracht van deze commissie is om een manier te zoeken om te komen tot een gerestaureerd of eventueel nieuw orgel aangezien het aanwezige instrument ouderdomskwalen vertoont. De commissie ‘hoort’ en ‘ziet’ enkele kerkorgels en adviseert enkele maanden later de aanschaf van een kerkogel van de firma Reil uit Heerde, kosten: f 27.000,-. Dat is nogal wat meer dan de ‘enkele duizenden guldens’ die de kerkenraad voor ogen had! Een speciale collecte voor het orgel, 8 speciale maandelijkse collectes en de Oudejaarscollecte moeten voor de nodige financiën zorgen terwijl het oude Standaart-orgel door de firma Reit voor f 2000,- wordt overgenomen.

Op 5 februari 1965 is het zover: het nieuwe orgel zal aan de gemeente worden overgedragen. De Orgelcommissie kan worden opgeheven, maar het orgelfonds blijft bestaan want een deel der kosten moet nog bijeen worden gebracht.

Beloning organisten
Tot 1960 is nergens in de archiefstukken iets te vinden over beloning voor de organisten, nou ja Jacob Slagter kreeg in 1895 een beloning van f 10,- en Rienk Blom bij zijn afscheid een cadeau van f 25,-. Pas in 1960 staat er in de notulen voor het eerst iets over de organisten en financiën vermeld. Zij krijgen een vergoeding van f 2,50 voor het spelen bij een trouwdienst in de kerk. Een jaar later wordt daarvoor al f 25,- in de jaarrekening opgenomen.

De grote verandering komt in 1962 als de Commissie van Beheer op een vergadering de volgende uitspraak doet:’ Er werd besloten om de organisten te belonen daar dit in andere plaatsen ook gebeurt. Wij kunnen niet van hen vragen dat zij zonder te worden beloond ook nog hun eigen studieboeken moeten kopen.’ De werkwijze in andere dorpen geeft hier dus de doorslag! In de jaarrekening van 1962 wordt daarom voor het eerst de post ‘vergoeding organisten’ opgenomen, met als uitkomst f 90,-.

Opnieuw problemen
Zijn door de komst van het nieuwe orgel de voortdurende problemen die de organisten hadden met de bespeling van het orgel verdwenen? Helaas niet! De oorzaak ligt in eerste instantie aan de aanleg van centrale verwarming in het kerkgebouw in hetzelfde jaar 1965 dat het nieuwe orgel wordt geplaatst. Daar wordt iets aan gedaan, maar daar blijft het niet bij. In 1974 geven de organisten een lange lijst met klachten door aan de Commissie van Beheer, die deze gegevens doorspeelt aan de firma Reil met de vraag: wat te doen aan?

-de stuitlatten op de voorslagen voor de ventielen
-de ventielen zelf
-het register-mechaniek
-het toetsmechaniek
-de intonatie

Het verhelpen van de verschillende grote en kleinere gebreken is echter een langdurige zaak en in februari en september 1975 gaan er ‘boze’ brieven naar Heerde. Nu worden ze wakker bij de firma Reil in Heerde. De firma Reil begint de herstelwerkzaamheden aan het orgel op 3 mei en dient, nadat alles aangepakt is, een nota in die in september wordt betaald. In de begeleidende brief van de Commissie staat tevens dat er verwacht wordt dat het orgel in die maand nog eens nagezien wordt en: ‘U vindt ingesloten een lijstje, teneinde het werk te vergemakkelijken. Natuurlijk is overleg over een en ander vereist.’ De Commissie wil de orgelmakers een stap voor zijn en zo het orgel in goede staat houden.

Colofon

By it sluten fan de tsjerkedoar, 2020

© Tekst: Erthee © Foto voorblad: RT
Lês mear

Relatearre ynformaasje


OnderwerpenFoto’sDokuminten



  • Disclaimer