Hervormde Pastorie

Hervormde Pastorie
©: RT, foto 1932

Op deze plaats, De Buorren 29, recht tegenover de kerk en naast de school moet gedurende honderden jaren een pastorie hebben gestaan, misschien wel vanaf het ontstaan van het dorp. In 1794 wordt vermeld dat de bestaande pastorie wordt afgebroken en er op dezelfde plaats een nieuwe wordt gebouwd.

Na 1900 vertoont de pastorie steeds meer gebreken en dat houdt het benoemen van een nieuwe predikant tegen. Daarom wordt er in 1912 besloten het oude gebouw af te breken en een nieuwe pastorie te bouwen:

‘Het afbreken en opruimen van de bestaande pastorie, alle materialen die volgens nadere bepaling voor de nieuwe opbouw zullen worden aangewend, worden vóór het gebruik aan de keuring van de architect aangeboden (Booijenga, Metslawier).Op het werk mag geen sterke drank worden gehouden. De inschrijvingsbiljetten worden gesloten en gemerkt:

Inschrijvingsbriefje Pastorie Ned. Gem. Te Nijkerk. Ze moeten franco ingeleverd worden op zaterdag 10 augustus 5 uur aan het adres van den president - kerkvoogd de heer T.J.Tilkema te Nijkerk. Terstond na de gunning van het werk zal de aannemer met de uitvoering daarvan kunnen aanvangen. Hij zal met zodanige spoed moeten doorwerken dat het gebouw onderdak en van buiten afgedaan is op 1 Oktober 1912. Het gehele werk zal moeten worden opgeleverd voor of op 1 januari 1913 voor de somma van f. 9.357.53 en een halve cent.’

In 1913 komt de nieuw benoemde predikant in de pastorie wonen.

Hervormde predikanten tot en met de Tweede Wereld oorlog:

1913 - 1919 Pieter Jacobus Steenbeek

1919 - 1922 Sietse Goverts

1923 – 1927 Hendrik van Elven

1928 – 1942 Jan Willem Pieper

1943 – 1946 Harmen Marten Cnossen.

Bij de bouw van de nieuwe pastorie wordt de gracht vóór de pastorie gedempt, de gracht ernaast zal nog tot 1919 open blijven. Voor de Tweede Wereldoorlog was de tuin veel groter dan in de tijd erna. De tuin liep helemaal door tot aan De Buorren 35. De bomen in de tuin, de inmiddels grote Iepen, Linde en de bijzondere Rode Beuk, staan er al meer dan honderd jaar. De pastorie stond als het ware op een eilandje, omgeven door het water van de dorpsvaart; schepen konden zo tot in de kern van het dorp varen om er goederen te lossen.

In 1956 is in het noordelijke gedeelte van de pastorietuin de Rabobank gebouwd. Er kwam in de grote pastorietuin een plaats vrij voor een oude mannenbank, men kon in een halve cirkel zitten, wat makkelijk was bij het vertellen van sterke verhalen.

Johan Pieper, zoon van predikant Jan Willem Pieper, had een grote belangstelling voor planten en speciaal voor allerlei exotische planten, waaronder een bijzondere: de Victoria lelie. Deze bloem bloeit slechts twee nachten en opent zich bij schemer, de lelie is de eerste nacht wit van kleur en de tweede nacht opent de bloem zich opnieuw, maar is dan roze. Mensen uit het dorp die geïnteresseerd waren mochten komen kijken. Dominee Pieper deelde wel eens potplanten uit, daarbij niet lettend op godsdienstige richting. Hij zei bijvoorbeeld: ‘Jouw moeder is een bloemenmens, hier neem deze bloem maar voor haar mee’.

In de oorlog is de hervormde pastorie gevorderd door Duitse officieren. De pastorie moest worden ontruimd, de vloerbedekking en de gordijnen moesten echter worden achtergelaten zo was het bevel. Op 16 januari 1945 kwamen Duitsers in het dorp. Zij moesten naar dominee Cnossen in de hervormde pastorie. Onderweg troffen ze Tjeerd Douwes Tilkema, die bij de pastorie het hek uitkwam; Tjeerd zette het op een lopen, de Duitsers gingen direct achter hem aan. Hij kon echter tussen de huizen ontkomen door zich te verstoppen in een dakgoot tussen twee huizen. Toen de soldaten hem achtervolgden, zagen ze een vluchtend persoon een steegje in rennen. Dit was echter Foppe Hendriks Heeringa die achter de huizen langs rende en over een hek sprong. Daarbij kwam hij ten val en de achtervolgende soldaat schoot op hem, waarschijnlijk in de waan dat het Tjeerd Tilkema was. Hij raakte Foppe in z’n arm, de wond werd verzorgd door een dochter van Bote Nieuwland. Ze namen Foppe mee naar de pastorie en begonnen deze van onder tot boven te onderzoeken. Foppe zetten ze zolang vast in het prieeltje in de voortuin. Ze vonden de vermeende onderduiker in de pastorie niet, maar wel een gebruikte schuilplaats: dominee Cnossen werd toen bij Foppe in het prieeltje opgesloten.

’s Middags kwam burgemeester Ykema met een auto, waarin Foppe en ds. Cnossen met een Duitse soldaat als geleide, weggebracht werden.

De ‘hervormde pastorie’ in de Samen op Weg - tijd

Wat doen we met de beide pastorieën als we één gemeente worden? Opknappen? Verkopen? Nieuwbouw plegen? Zo ja, waar dan? Voor de hervormde pastorie uit 1913 was al gauw duidelijk dat die het beste verkocht kon worden, daar moest zoveel aan verspijkerd worden wilde het gebouw geschikt gemaakt worden voor bewoning door een te beroepen SOW – predikant.

Op 17 februari 1998 was er toestemming van hogerhand om tot verkoop te mogen overgaan en kerkvoogd Van der Wagen vraagt dan officieel aan de gemeenteleden of er ‘bezwaren zijn tegen de verkoop van de pastorie.’ Wel emotionele waarde, verder geen bezwaren.

Verkoop kan in tweeën gebeuren, op het achterste gedeelte van het grote terrein kan ook een huis gebouwd worden. In augustus van datzelfde jaar was de verkoop al rond en vond de overdracht aan de nieuwe eigenaar plaats.

In de loop der jaren is het wel comfortabeler wonen in de pastorie. Er gaan verhalen uit het verleden, toen er nog niets was geïsoleerd, alleen kachels die de pastorie beneden moesten verwarmen. Bewoners die in de winter regelmatig wakker werden met bloemen op de ramen. Of dat ze ‘de tent uitwaaiden’ bij harde wind. Onder de prachtige granieten vloer in de gang liggen nog kloostermoppen als een aandenken aan klooster Mariëngaarde in Hallum dat een groot aandeel had in het ontstaan van de kerk en het ‘huis van de pastoor’.

© Tekst: Erthee © Foto voorblad: RT, foto 1932

Relatearre ynformaasje


FinstersFoto’s